Woest beuken krumpers de ‘Sacre’, fragiel is de dans over het auto-ongeluk van Marc Brew

Elke keer vraag je het je weer af: hoeveel versies van Le Sacre du Printemps zouden er bestaan? Sinds Stravinsky zijn revolutionaire balletmuziek in 1913 schreef voor een creatie van danser-choreograaf Vaslav Nijinsky moeten het er honderden zijn geweest. Waarvan een handjevol maar echt tegen het geweld van Stravinsky’s ‘Lentewijding’ was opgewassen; vele choreografen gingen roemloos kopje onder in de confrontatie. Er zijn Sacres in soorten en maten, klassiek, modern, er is zelfs een (opmerkelijk goede) salsavariant.

Nu presenteert het Holland Dance Festival in Den Haag een hiphop-sacre, om precies te zijn een krump-sacre. A human race – the rite of krump van jongerenpodium Tanzkomplizen uit Berlijn is op zijn minst een sympathieke sacre, op zijn beste momenten treffend.

Krumping, ontstaan in de zwarte wijken van Los Angeles, was in de jaren negentig de uitlaatklep voor de jongeren daar, die er hun woede en machteloosheid over racisme en achterstelling mee ventileerden. Vertrokken gezichten, felle, snelle en krachtige korte bewegingen onderscheiden krump van andere stijlen. Energetisch, dus uitstekend geschikt om het op te nemen tegen de dreunende ritmes en de woeste ontladingen in de muziek.

Rauwe confrontaties

De choreografie van Grichka Caruge begint, analoog aan de compositie, rustig. Rond een cirkel van fijn, wit zand op de vloer staan vier mannen en een vrouw opgesteld. Ze buigen en spannen hun armen, polsen en vingers en mimen een doorgeefspelletje – ongetwijfeld een verwijzing naar de rode jurk die in Pina Bausch’ Frühlingsopfer rondgaat. Stampend op de vloer starten ze de muziek, om zich een voor een in de cirkel te wagen, waar ze elkaar opzoeken, rauwe confrontaties aangaan, beukend met hun torso’s, hun handen tot klauwen vormend.

Hier gooien ze over met een petje, maar anders dan bij de rode jurk bij Bausch is hier geen sprake van een uitverkorene, niemand is het offerlam. Wel heerst er een soort besluiteloosheid: wil ik ín de cirkel of eruit? Durf ik het alleen aan, of blijf ik bij de anderen? Telkens rolt de muziek donderend over hen heen. Enerzijds passen de kracht, het ritme en de energie van de dans er goed bij, maar anderzijds is de combinatie vaak wel een beetje dubbelop.

Verlamd

Zo sterk als de lijven in The rite of krump ogen, zo fragiel is het lichaam van danser-choreograaf Marc Brew. Ooit had hij een mooie podiumcarrière in het vooruitzicht, tot hij door en auto-ongeluk vanaf zijn middel verlamd raakte. Niet dat dat hem heeft tegengehouden: na zijn revalidatie vond hij zijn lichaam opnieuw uit, maakte diverse voorstellingen en richtte een inclusief dansgezelschap op.

In de solo An Accident/ A Life keert hij, in samenwerking met de Vlaamse choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui, terug naar de periode waarin zijn leven een radicaal andere wending nam: het ongeluk en de nasleep. Cherkaoui nam Brews verhaal op, en in de voorstelling playbackt de danser die opname, inclusief alle spontane haperingen, ‘you knows’ en ‘yeahs’. Hij ‘re-enact’ het ongeluk in het autootje dat op het toneel staat, zorgeloos lachend en zingend met zijn drie vrienden, die geen van allen het ongeluk overleefden. Brew wurmt zich uit de auto, sleept zichzelf over de vloer, klautert op en over een bank, telkens zijn benen schikkend of mee sjorrend.

Scène uit de dansvoorstelling ‘An Accident/ A Life’ met danser Marc Brew.
Foto Filip VanRoe

Rolstoel

Op twee schermen (en in de opengeklapte motorkap) zien we filmbeelden, impressies van het ongeluk en beelden van Brew in het ziekenhuis, met zijn moeder aan zijn zijde. Hij neemt de toeschouwer mee in zijn proces van ongeloof, realisatie, afschuw. Pas daarna krijgen we foto’s te zien van Brew zoals hij was vóór zijn ongeluk en pas helemaal aan het einde verschijnt Brew in zijn rolstoel – hij heeft zijn nieuwe staat geaccepteerd.

De focus op het ongeluk maakt het logisch dat deze solo minder dansant is dan zijn eerdere werk, maar die soberheid maakt Brews theatrale vertelling niet minder indrukwekkend. Dergelijke voorstellingen zijn overigens tegenwoordig geen uitzondering meer op festivals – ‘inclusiedans’ krijgt steeds meer aandacht in het reguliere circuit. In Nederland heeft het Holland Dance Festival daar, met toenmalig zakelijk directeur Martine van Dijk als startmotor, een belangrijke rol bij gespeeld. Dat valt des te meer te waarderen van een festival dat in aanleg juist op de perfectie en excellentie van dansers is gericht.



Delen